Goud testen

Goud is een erg duur edelmetaal, wat namaak in de hand werkt. Om te onderzoeken of het daadwerkelijk goud is, kun je het op verschillende manieren testen. We zetten een aantal methodes even op een rijtje.

Vóór het testen

Voor je goud gaat testen is het aan te raden om het voorwerp eens goed te bekijken.
Voelt het aan als goud? Goud het een hoog soortelijk gewicht, dus het moet relatief zwaar aanvoelen. Komt de kleur overeen met andere gouden voorwerpen of is het meer koperkleurig?
Staan er merktekens in? Op veel gouden voorwerpen staat een keurteken,
bijvoorbeeld:

  • 585 (14 karaat)
    14-ct-stempel14-ct-stempel-2
  • 750 (18 karaat)

Eens je deze voorzorgsmaatregelen hebt genomen, kan je met de eigenlijke testen beginnen.

Toetssteen-vloeistof

Het goud wordt gekrast op een steen en op deze kras wordt een druppel toetsvloeistof aangebracht. Dit zuur bestaat uit geconcentreerd salpeterzuur en zoutzuur. De verhouding hiervan hangt af van het te testen goudgehalte.
Als het voorwerp gemerkt is met 585, nemen we de 14 karaat vloeistof. Blijft de kras duidelijk zichtbaar, dan is het 14 karaat goud.
Verkleurt of verdwijnt die direct (binnen enkele seconden), dan is het namaak.

Staan er geen merktekens op, beginnen we wederom met de 14 karaat vloeistof. Blijft het staan, is het in ieder geval 14 karaat goud. Hierna kan men de test herhalen met 18 en 22 karaat vloeistof. Blijft de kras goed staan, is het dat gehalte. Wordt de kras meteen wat onduidelijker, maar verdwijnt die niet helemaal, dan kan het een lager gehalte goud zijn..

Soortelijk gewicht berekenen (munten)

Door middel van deze berekening kun je nagaan of het gewicht van het object overeenkomt met het goudgehalte wat aangegeven is.
Voordat we het eigenlijke gewicht van een object kunnen bepalen, moeten we eerst weten wat het soortelijk gewicht van de goudlegering is. Het meeste goud uit sieraden en voorwerpen bestaat uit een legering. Dit wil zeggen dat er buiten het goud nog andere metalen inzitten.

Geel goud bestaat uit goud + 1/2 zilver + 1/2 koper.
Rood goud = goud + koper
Witgoud voor 1978 binnen Europa  = goud + nikkel
Witgoud vanaf 1978 binnen Europa = goud + palladium(legering)

Het soortelijk gewicht van de afzonderlijke zuivere metalen is bekend:

Goud = 19,33 gr/cm³
Zilver = 10,49 gr/cm³
Koper = 8,92 gr/cm³
Nikkel = 8,908 gr/cm³
Palladium = 12,023 gr/cm³

Archimedes watertest

Een voorwerp dat wordt verondersteld van goud te zijn wordt ondergedompeld in water. Via de volumeverplaatsing valt te berekenen wat het soortelijk gewicht is van het voorwerp. Dit heeft als voordeel dat men het te meten object niet hoeft te beschadigen… Deze methode wordt vaak gebruikt voor munten na te kijken.

Voordeel:

  • Men hoeft geen beschadigingen aan te brengen om de meting te kunnen doen, de stukken worden enkel nat.
  • De meting gebeurt zeer snel, droog wegen en onderwater wegen en klaar, natuurlijk de munt afdrogen met een zachte doek.

Nadeel:

  • Men moet de exacte samenstelling van de legering kennen om de dichtheid te kunnen nakijken…
  • Het te meten object mag geen holtes bevatten, of er mag geen lucht aan de oppervlakte blijven plakken… Dit kan misleidende waarden geven

Deze methode is aangewezen om gouden en zilveren munten te testen.

XRF – Röntgenfluorescentie

Met deze methode wordt er een klein stukje van het juweel bestraald. Uit de weerspiegeling van de Röntgen straal wordt het spectrum gehaald. Daar de verschillende metalen hun eigen unieke spectrum hebben, kunnen we zeer nauwkeurig de samenstelling van de legering berekenen.

Voordeel:

  • Zeer grote nauwkeurigheid van de meting !
  • De korte meettijd, 30 tal seconden voor een betrouwbare meting

Nadeel:

  • Dat deze methode enkel de oppervlakte ‘ziet’ en geen diepte meting doet.
  • Deze straal dringt niet door het metaal… Dus verguld materiaal wordt als goud aanzien
  • Men moet het te meten object beschadigenen om door de oppervlakte te kunnen meten, (zoals plaqué)
  • Men heeft speciale vergunningen nodig van Fanc om deze te mogen gebruiken.

Cupellatie of Vuurproef (ISO 11426:2014)

Dit is ‘DE’ standaard proef bij uitstek om goud te testen. Hier wordt boorsel van de te meten goudbaar in 3 gelijke partijen verdeeld van elke 500,000 mg afgewogen. De 3 Partijen worden met loodfolie ingepakt en in een cupellatie-oven gesmolten… Na deze behandeling zijn alle basis metalen uit de legering verwijderd. Nu heeft men nog de ‘koninkjes’ over… Deze bestaan uit alle metalen die edel zijn. Nu gaan er nog 2 partijen verder… Deze worden tot een zeer fijn folietje gewalst en wordt hierna afgekookt met salpeterzuur. Hierdoor blijft er nog enkel fijn goud over.

Als we nu het eindgewicht van de koninkjes deelt door hun startgewicht kan je zeer nauwkeurig hun goudgehalte berekenen.

Voordeel

  • Het heeft een zeer hoge nauwkeurigheid en is de STANDAARD, dit wil zeggen deze methode bij twist de enige methode is die telt.

Nadeel

  • Het lang duurt voor men de uitslag heeft en arbeidsintensief is.
  • Door het gebruik van lood heeft men aangepaste scrubbers nodig om de afgezogen gassen te verwerken.

Bronnen: Wikipedia, ptable.com

© Stefaan Van Laere/Gold50

Deze bijdrage werd geschreven door auteur Stefaan Van Laere.
Stefaan Van Laere is verder ook auteur van onderwerpen uit de lifestyle sfeer en schrijft ook geregeld bijdragen over goud, zilver, diamant en andere vormen van beleggen en investeren.
De auteur is tevens lid van Sabam, de auteursmaatschappij die de rechten over zijn teksten beheert en illegale kopieën bestrijdt.


Onze kwalificaties