Jaarlijks wordt er ruim 1 1,2 miljoen kilo goud gevonden. Dat lijkt erg veel, maar vergeet niet dat goud heel zwaar is. Om je een idee te geven: die 1 1,2 miljoen kilo goud kun je bijvoorbeeld opbergen in een grote schuur van ongeveer vijf meter breed, acht meter lang en bijna twee meter hoog. Dat goud levert een onvoorstelbare hoeveelheid geld op. Voor 1 ounce (Engelse maat = 31,1 gram) moest je in januari 1980 meer dan 700 euro betalen. Zo’n ounce is niet meer dan een “mespuntje” goud.
Waar komt goud vandaan?
- In de natuur
Door de relatieve inertheid komt goud veelal in ongebonden vorm in de natuur voor. Soms tref je het in grote hoeveelheden aan, maar meestal komt het voor als sporenelement in mineralen. In vrijwel de gehele aardkorst komt goud in zeer lage concentraties voor in de mineralen petziet, calaveriet en sylvaniet. Voor je begint te dromen: deze hoeveelheden zijn voor commerciële winning compleet onrendabel.
- Goudmijnen
Op sommige plaatsen op de wereld wordt goud in de grond gevonden. Tussen dikke lagen steen vind je heel dunne laagjes steen waar goud doorheen zit. Je kunt dit goud niet zomaar uit de grond halen wanneer je een kuil graaft. Het goud zit meestal heel erg diep in de grond. Daarom maakten mensen goudmijnen. Diep onder de grond worden gangen gegraven. Eerst gangen, die van boven naar beneden gaan. Zo’n gang heet een schacht. De mijnwerkers gaan met een lift door de schacht naar de zijgangen onder de grond. Diep in de grond hakken mijnwerkers het goudgesteente los. De brokken steen malen zij daarom fijn tot alles gruis is. Daarna zoeken ze de kleine stukjes goud uit het gruis.
- Rivieren
Niet alleen in mijnen vind je goud. Op de boden van sommige rivieren ligt ook goud. Als de rivier hard stroomt, schuurt het water steeds een klein beetje van de grond of rotsen af. Die weggeschuurde grond heet slib. Soms zit er goud tussen dit slib. Kleine korreltjes of klompjes goud worden dan door het rivierwater meegenomen. Op de plaatsen waar het rivierwater langzaam stroomt, zakken het slib en de stenen naar de bodem. Met een baggermachine kun je het slib uit de rivier opgraven. Het slib hoeft je niet meer fijn te malen. De kleine stukjes goud haal je zo uit het slib.
- In de fabriek
In de fabriek wordt het zuivere goud heel warm gemaakt. Dat gebeurt in grote ovens. Als je goud warm maakt, wordt het zacht. Zelfs zo zacht dat het vloeibaar wordt. Het vloeibare goud loopt uit de oven en komt in een goot terecht. Door de goot komt het vloeibare goud in vormen. Als het goud daar weer afkoelt, wordt het hard. De stukken goud kun je dan uit de vormen tillen. Een stuk goud ziet er dan net uit als een plat brood. Zo’n gouden brood noem je een goudbaar.
© Stefaan Van Laere/Gold50
Deze bijdrage werd geschreven door auteur Stefaan Van Laere.
Stefaan Van Laere is verder ook auteur van onderwerpen uit de lifestyle sfeer en schrijft ook geregeld bijdragen over goud, zilver, diamant en andere vormen van beleggen en investeren.
De auteur is tevens lid van Sabam, de auteursmaatschappij die de rechten over zijn teksten beheert en illegale kopieën bestrijdt.